Marketing ABC: De Top Termen die Elke Marketeer Moet Kennen

Weet wat je leest

Voor elke organisatie, stichting, of overheidsorgaan is marketing natuurlijk van essentieel belang. Daarom vonden we het wel handig om de meest voorkomende en belangrijkste marketing termen even overzichtelijk op een rijtje te zetten.

Gewoon, op z’n Hollands. 

Gebruik deze pagina vooral als naslagwerk! Wanneer je dan een marketeer in het wild tegenkomt, dan heb je in ieder geval een vertaling van de belangrijkste marketing termen! 

Mocht je toch wat meer hulp nodig hebben, klik dan even hier.

HERE WE GO!

1. Marketingmix (4P’s): Product, Prijs, Plaats, Promotie. Dit zijn de vier belangrijkste elementen waaruit de gemiddelde marketingstrategie bestaat.
2. Segmentatie, Doelgroepbepaling en Positionering (SDP): Het proces van het identificeren van specifieke marktsegmenten, het kiezen van welke segmenten te targeten en hoe het product of de dienst te positioneren in de markt.
3. Customer Journey: Het pad dat een klant aflegt van het eerste contact met een merk tot de uiteindelijke aankoop. Hierbij horen termen als ToFu, MoFu en BoFu.
4. Content Marketing: Het creëren en delen van waardevolle content om een doelgroep aan te trekken en te behouden.
5. SEO (Search Engine Optimization): Het optimaliseren van online content om beter zichtbaar te zijn in zoekmachines zoals Google en Bing.
6. SEA (Search Engine Advertising): Betaalde advertenties in zoekmachines om direct verkeer naar een website te genereren.
7. Social media marketing: Het gebruik van sociale media platforms om producten en diensten te promoten.
8. E-mail marketing: Het gebruik van e-mail om direct met klanten te communiceren en hen te informeren over aanbiedingen, nieuws, en andere relevante informatie.
9. KPI’s (Key Performance Indicators): Meetbare waarden die aangeven hoe effectief een bedrijf is in het bereiken van zijn belangrijkste zakelijke doelstellingen.
10. ROI (Return on Investment): Een maatstaf voor de winstgevendheid van een investering. Het geeft de verhouding weer tussen de netto winst en de kosten van de investering.
11. Branding: Het proces van het creëren van een unieke naam, beeld en boodschap voor een product of dienst in de geest van de consument.
12. USP (Unique Selling Proposition): Wat een product of dienst onderscheidt van zijn concurrenten.
13. Affiliate marketing: Een vorm van marketing waarbij bedrijven hun partners (affiliates) belonen voor elke klant die ze via hun marketinginspanningen aantrekken.
14. Inbound marketing: Een strategie die klanten aantrekt via content marketing, sociale media, SEO en branding, in plaats van hen actief te benaderen via traditionele advertentie methoden.
15. Outbound marketing: Traditionele vorm van marketing waarbij bedrijven hun boodschap naar een doelgroep sturen, bijvoorbeeld via tv-advertenties, direct mail of telemarketing.
16. CPC (Cost Per Click): De prijs die je betaalt voor elke klik in een pay-per-click (PPC) marketingcampagne.
17. CPM (Cost Per Mille): De prijs van 1.000 advertentie-impressies op één webpagina of uiting.
18. CRM (Customer Relationship Management): Systemen en strategieën die bedrijven gebruiken om hun interacties met huidige en potentiële klanten te beheren en te analyseren.
19. Lead generation: Het proces van het aantrekken en omzetten van suspects en prospects naar iemand die interesse heeft getoond in het product of de dienst van een bedrijf.
20. Conversion rate: Het percentage bezoekers van een website dat een gewenste actie uitvoert, zoals het invullen van een formulier, het aanmelden voor de nieuwsbrief, of het doen van een aankoop.
21. Remarketing/Retargeting: Online advertentiestrategieën die gericht zijn op gebruikers die eerder interactie hebben gehad met je website of online advertenties.
22. Native advertising: Advertenties die passen bij het uiterlijk, het gevoel en de functie van het medium waarin ze verschijnen.
23. B2B (Business-to-Business): Bedrijven die producten of diensten verkopen aan andere bedrijven.
24. B2C (Business-to-Consumer): Bedrijven die producten of diensten verkopen aan individuele consumenten.
25. SWOT-analyse: Een strategisch planningsinstrument dat de Sterktes (Strengths), Zwaktes (Weaknesses), Kansen (Opportunities) en Bedreigingen (Threats) van een bedrijf evalueert.
26. Viral marketing: Een marketingstrategie die zich richt op het verspreiden van informatie en meningen over een product of dienst van persoon tot persoon, vooral via sociale media en e-mail. Het is viral als het héél snel héél bekend is.
27. Landing page: Een specifieke webpagina die is ontworpen voor een bepaald doel, zoals het verzamelen van contactinformatie of het verkopen van een product. Meestal kom je hierop uit na het klikken van een unieke link.
28. Programmatic advertising: Het geautomatiseerde proces van het kopen en verkopen van advertentieruimte in real-time.
29. Omnichannel marketing: Een benadering die een naadloze klantervaring biedt, ongeacht het kanaal of apparaat.
30. CAC (Customer Acquisition Cost): De totale kosten om een nieuwe klant te verwerven via marketing en verkoopinspanningen.
31. CLOI (Customer Lifetime Opbrengst / Income): De totale opbrengst van 1 klant, gedurende zijn lifetime als klant.